Renners in de grote oorlog wiki
Advertisement

Walter Rutt[]

Te Morsbach, een deelgemeente van Würschen bei Aachen (Duitsland) zag op 12 september 1883 Walter Rütt (Ruett) het levenslicht. Hij was een zwak jongetje die zowat alle kinderziekten moest doorspartelen. De huisarts van de familie Rütt vond dat fietsen op de buiten een goed middel was om zijn lichaam te sterken en om toch wat spieren te krijgen. De jonge Rütt kreeg daarom een fiets, waarmee hij veel en lang mocht rijden. Zijn moeder meende dat hij overdreef en begon bang te worden dat hij wel eens zou kunnen vallen of zich doodrijden.  Bij de jonge Rütt was ondertussen de gedachte opgekomen om te koersen op de wielerbaan. Zijn moeder weigerde dit. Nadat een eerste beker werd gewonnen die verstopt was in een schoendoos en begraven onder een bessenstruik in de tuin uit schrik voor mama, was zijn vader gelukkig wel akkoord.

August Lehr, de eerste grote Duitse wielerkampioen, merkte vlug dat de jonge Walter Rütt een wielrijder was met ongelooflijk veel talent. Hij gaf Walter Rütt de nodige duw in de rug om in zichzelf te geloven. Zo kwam het dat deze reeds op zeventienjarige leeftijd eerst in Rheinland en snel daarna in heel Duitsland, de profs ging bekampen. De toffe jonge kerel die Walter Rütt was telde vlug vele supporters. Hij gedroeg zich steeds met fairplay zowel bij winst als bij verlies.

Het duurde niet lang of Walter Rütt werd de meerdere en de opvolger van Willi Arend, van wie de ster aan het dalen was. 

Na overwinningen tegen groten van de wielerbaan, die de namen droegen van Thorwald Ellegaard, Henry Mayer, Frank Kramer, ... was de opmars en de totale doorbraak van de jonge 'Flieger' een feit. Hij werd beschouwd als de beste man ter wereld in de zuivere snelheid. Hij was een aristocraat van de wielerbaan.

In die tijd ging in Europa geen dag voorbij zonder dat de sprinters ergens mekaar konden bekampen voor de gunsten van een duizendkoppig publiek en voor groot prijzengeld. Hoeveel wielerfanaten er toen in Duitsland leefden kan begrepen worden door de dagelijkse verkoopcijfers van Rad Welt een geïllustreerd tijdschrift over de nog jonge wielersport. Dit Berlijnse sportblad van Adolf Schulze en Freddy Budzinski drukte iedere dag honderdduizend exemplaren.

In die jaren speelden zich in de USA ook taferelen af die wij vandaag niet meer voor mogelijk achten. De Zesdaagsen kenden een enorm succes. Twee renners die mekaar aflosten, naar eigen willekeur, gedurende 144 uren lang dol draaiend over de houten latten van de indoor velodrooms, dat was toen sensatie en mode, en dat vulde grote sporttempels, en daar konden de allerbeste renners rijk worden. De renner/manager Floyd MacFarland had reeds gehoord van de talentvolle Walter Rütt, die zowel over lange afstand als tegen de hoogste snelheden het Duitse publiek deed rechtveren door zijn exploten. Hij zorgde dat Walter een contract kreeg voor de Sixdays New York 1906.

Omdat Walter Rütt probeerde te ontsnappen aan de legerdienst was hij ondertussen een zwerver geworden die zich niet meer liet zien tussen de grenzen van zijn eigen vaderland. Hij verbleef onder meer twee jaar in Australië.

In de Hollander John Stol had hij een ideale ploegmaat gevonden. In 1907 kenden zij een triomf in de Sixdays van Madison Square Garden.

Omdat de zoon van de Keizer van het Groot Duitse Rijk een supporter van Rütt was kon de spons worden geveegd over militaire dienstplicht en vaandelvlucht.

Het publiek van de Duitse wielerbanen kon weer rechtstaan om haar populairste jongen een staande ovatie te geven. Vooral zijn overwinningen te Berlijn maakten van Walter Rütt een legendarische sportkampioen, waarvan de eerlijkheid en de sportgeest uitzonderlijk waren. Omdat de langdurige gevechten in de Zesdaagsen zijn snelheid had verminderd besloot Walter Rütt zich kandidaat te stellen voor het tornooi snelheid van het wereldkampioenschap dat zou doorgaan te Leipzig. Hij verschijnt terug van weg geweest te zijn en wint de Grote Prijzen van Parijs, Kopenhagen en Berlijn.

Te Leipzig loopt het niet mis, want hij klopt Ellegaard en Perichot ( 1913) en is eindelijk officieel wereldkampioen.

Tijdens de Grote Oorlog gaat de wielerkampioen Rütt toch in uniform. In de Kazerne van Lankwitz leert hij militairen op de motorfiets rijden.  Na de oorlog kan hij alleen nog maar in Duitsland koersen, omdat de U.C.I. geen licentie meer gaf aan de verliezers van de oorlog. Het sportieve leven van de internationale baanrenner die Rütt was werd tot weinig herleid. Na een opflakkering in de Sechstagen von Berlin 1925 was de loopbaan Walter Rütt de wielerkampioen met wereldklasse voorbij. Hij had op ontelbare wielerbanen 933 races gewonnen. Hij tuimelde evenwel ook 173 maal tegen de baan in valpartijen.

Nadat hij na 25 wielerseizoenen van de fiets stapte schreef Illustrierter RadrennSport voor de zoveelste maal over hem, maar nu als volgt: "So manches Auge fullte sich mit Tränen, ein Geschichte des Deutsches Radrennsports wurde hier zu Grabe getragen".


Terug Oorlogsverhalen

Advertisement